Kerstavondstress

Kinders houdt eens op met klieren,
‘k moet de kerstboom nog versieren.
Straks dan gaan we kerstfeest vieren
en ik heb nog niks in huis.
En dan komt de kerstvisite,
jullie zijn niet te genieten.
Ik probeer nu op te schieten,
Kom op, houd je handen thuis.

Ik moet nog cadeautjes kopen,
zijn de winkels nog wel open?
Het is droog toch mag ik hopen?
Ach, het regent dat het giet.
Ik moet mij ook nog verkleden,
daar komt oma aangereden
Veel te vroeg is zij, ach heden.
Nou, ze pakt maar een Margriet.

‘k Ga maar eerst de tafel dekken
met de zilveren bestekken.
Tjee, mijn kleding vol met vlekken,
dus ik moet iets anders aan.
Nu mijn pokerface opzetten.
Zeg, waar liggen kerstservetten?
Ik moet op de kind’ ren letten,
‘k heb de neiging om te slaan.

Ha, de gasten komen binnen,
maar ik ben haast buiten zinnen,
voor het kerstfeest kan beginnen.
‘Welkom, je bent mooi op tijd.
Hier staat kaas en daar de nootjes.
Ja, leg daar maar de cadeautjes.
Heb je trek in een cointreautje?’
Kerst wat een gezelligheid.

‘Zullen we cadeautjes delen?
Anders gaan we ons vervelen.
Stop met je mobieltje spelen.
Kom, neem nog een bitterbal’.
.O, nou gaan ze moppen tappen,
ik houd echt niet van die grappen,
die ik liever niet wil snappen
en heel snel vergeten zal.

Als de mensen straks naar huis gaan,
laat ik heel gewoon de vaat staan.
Ik plof neer en zet de buis aan,
morgen verder, ik zit stuk.
Wat ik nu steeds vaker merk,
ja dat ik moe ben en niet sterk sta.
Of ik morgen naar de kerk ga?
Ben je gek joh, veel te druk.

© Hans Cieremans

 

 

Kerstcadeau

.

Kon ik maar de vrede kopen,
als een geweldig kerstcadeau
Ik zou roepen: ’Maak het open’.
Maar dat werkt helaas niet zo.
Toch de boodschap van de vrede,
is verkrijgbaar overal
en met liefde te besteden,
af te halen in een stal.

©Hans Cieremans

 

 

Nelson Mandela

Jouw goedheid, een vlam
voor eeuwig verborgen,
maar nimmer gedoofd
voor de mensen van morgen.
Je vocht voor de vrede,
je strijd is gestreden.
Vergevingsgezind,
waar menigeen faalt.
Je rust is verdiend,
de winst is behaald.
Jij heb indrukwekkend,
historie geschreven.
Het spook van apartheid
voor altijd verdreven.

Jij vocht voor gelijkheid,
men haatte je plannen.
Je was niet gebroken,
al werd je verbannen.
Jij was hun vijand,
jij moest naar een eiland.
Maar je hield staande,
vredesgezind.
Het doet me denken
aan dat koninklijk Kind.
Ook Hij had geen plek
maar niets hield Hem tegen.
Een voorbeeld voor jou,
voor mensen een zegen.

Jouw goedheid, een vlam
voor eeuwig verborgen,
maar nimmer gedoofd
voor de mensen van morgen.
Jij was een  herder,
je boodschap leeft verder.
Nelson Mandela,
held van een tijd.
Verbannen icoon,
voor eeuwig bevrijd.
en laait de strijd op
dan zal je vlam branden
in mensenharten
van talloze landen.

© Hans Cieremans

Klein, lief Syrisch jongetje

Klein, lief Syrisch jongetje,
met je gezicht vol bloed,
je lijfje grijs van ‘bommen-stof’,
omdat er oorlog woedt.
Daar zit je op een stoel,
apathisch en ontheemd.
En alle mensen om je heen,
die ken je niet, zijn vreemd.

Klein, lief Syrisch jongetje
slachtoffertje van strijd.
Je bent je ouders en je jeugd
door de oorlog kwijt.
Je kent de vrede niet,
geen vrijheid, geen geluk.
Je kent wel haat en oorlog en
dat maakt je toekomst stuk.

Klein, lief godd’lijk jongetje,
Kind dat ons vrede schenkt
Ik vraag jou of je eventjes
aan ’t Syrisch ventje denkt.
Breng liefde in zijn hart,
veeg bloed van zijn gezicht.
Leid hem zo op de weg van hoop,
naar vrede en naar licht.

© Hans Cieremans

Geschreven op de melodie van ‘O, little town of Bethlehem’.

Kerst in onze tijd

In de kerstsok van de Kerstman
zit gemis en eenzaamheid.
Snoepgoed is gevuld met honger,
pakjes vol met ledigheid.
Door de kaarsjes in de kerstboom
wordt er duisternis verspreid.
Dat is kerst van de vervlakking,
dat is kerst in onze tijd.

’t  Kerstdiner bestaat uit hebzucht
gegarneerd met overvloed.
In een sfeer van glitter, glamour
raken mensen zwaar  doorvoed.
En ’t spirituele tintje?
Dat zijn we al heel lang  kwijt
‘Kerst is toch iets met een Kindje?’
Dat  is kerst in onze tijd.

Maar………..

Vul de kerstsok van de Kerstman
liever met  verdraagzaamheid.
Ruil het snoepgoed in voor  liefde
in een zak tevredenheid.
Maak van kaarsjes in de kerstboom
vredeslichtjes wereldwijd.
Dan wordt kerst weer echt een kerstfeest
Zo kan ‘t ook  in onze tijd.

Maak het kerstdiner tot maaltijd
waar we delen met elkaar.
Waar we vredig van genieten,
op weg naar het nieuwe jaar.
En ’t spirituele tintje?
Dat geldt tot in eeuwigheid,
dus ‘t verhaal van ‘t kleine Kindje,
dat past ook in onze tijd.

© Hans Cieremans

Opa’s kerstster

‘Ogen dicht, je mag niet kijken.
Opa, ik heb een geheim.’
Op de tafel stonden potjes
één met glitters, één met lijm.
‘k Deed mijn handen voor mijn ogen
tot ze zei: ‘Ja kijken maar.
Opa kijk, voor jou een kerstster
gemaakt met mijn kinderschaar’.

Heel verrast heb ik die kerstster
van mijn meisje aangepakt.
En ik zei: ‘Wat is hij mooi zeg
heb jij zelf die ster beplakt?’
‘Ja hoor, opa’ zei mijn kleinkind
en ik zei: ‘Wat word je groot.’
Met haar plakkerige handjes,
kroop ze trots bij mij op schoot.’

Ze vroeg mij om een verhaaltje,
ik vertelde van de ster.
Van het kindje in de kribbe,
van de wijzen van heel ver.
Tussendoor stelde ze vragen:
‘Waren alle mensen blij?
Was de ster boven de kerststal
net zo mooi als die van mij?’

‘Ja, natuurlijk’ was mijn antwoord
‘die ster scheen voor allemaal’.
‘Dat had ik wel willen zien hoor
‘k Vind het echt een mooi verhaal.
Maar mijn kerstster is ook heel mooi
die is echt alleen voor jou.’
Ze gaf mij een dikke pakkerd
‘omdat ik veel van je hou’.

© Hans Cieremans

 

Henk en Ingrid en de anderen

Ingrid, Henk, Rob, Gijs, Martine
Jan, Piet, Klaas, Ria, Christine,
Anton, Fred, Nel, Jacqueline,
samen aan het kerstdiner.
Abdul, Bilal, Badra, Hayam
Fazid, Selma, Hisham, Hassan,
Kadir, Mukthar, Naja, Taram,
eenzaam in het AZC

Peter, Bas, Tom, Marianne
Ans, Babette, Joop, Suzanne,
Karin, Aad, Bep, Riet, Lisanne,
zingen; ‘Vrede daalde neer’
Fatimah, Mohammed, Hayat,
Raysa, Rabi, Oleksandra,
Badra, Rabih, Nasim, Artem,
denken: ‘Mooi, maar zeg wanneer?’

Frans, Youssef, Marleen, Abida,
Omar, Barend, Dahab, Frieda,
Thijs, Wasim, Odette, Rihda,
denken niet in ‘wij’ en ‘zij’.
Kees, Aludra, Esther, Anbar
Udabah, Louise, Almar,
Borys, Gerrit, Wakil, Dagmar,
brengen vrede dichterbij.

©Hans Cieremans

Kerstvisite

Met de kerst weer naar je ouders,
want zo gaat dat elk jaar.
Eerste kerstdag naar de mijne
tweede kerstdag die van haar.
Eerste kerstdag fijn gourmetten
tweede kerstdag een konijn.
Langzaam raak ik opgeblazen,
te veel eten te veel wijn.
En de kinderen zijn lastig,
willen liever gauw naar huis
Oma zet dan de t.v. aan,
wat een uitkomst is die buis.

Opa gaat dan zitten tukken,
snurkt als een kettingzaag.
Oma vraagt: ‘Wil je nog koffie?’
en natuurlijk zeg ik: ‘Graag’.
Dan nog even liedjes zingen,
dat hoort bij de kerst nietwaar?
Oma zegt: ‘Hiervan geniet ik,
zo gezellig met elkaar.’
En dan denk ik: Wat gezellig?
‘k Wil naar huis ik ben het zat.
Geforceerd gezellig wezen,
‘k heb het helemaal gehad.’

Geen minuutje voor mezelf,
die verplichting elke keer.
Maar intussen weet ik nu al:
‘Volgend jaar dan ga ik weer.’
Zo verstreken vele jaren
en de kerst komt nu weer aan.
Voor het eerst hoef ik dit jaar niet
naar mijn ouders toe te gaan
‘k Hoef er niet meer te gourmetten
en geen liedje dat ik zing
Opa snurkend na het eten,
is nog slechts herinnering.

Had ik nog maar die verplichting,
voelde ik maar niet de pijn,
van de tijd die voor mezelf is,
nu mijn ouders niet meer zijn.

© Hans Cieremans

Het Kerstkind

gezongen door Barbra en Bas

Als ‘t Kerstkind nu op aarde kwam,
waar zou dat kunnen zijn?
Misschien dichtbij in Rotterdam
of ver weg in Bahrein?
Is het dan blank of zwart?
Hoe wordt het dan herkend?
Schijnt op die plaats een ster als toen,
hoog aan het firmament?

Als ‘t Kerstkind nu op aarde kwam,
wie ligt dan in het veld?
Is dat die vredesdemonstrant,
die strijdt tegen het geweld?
Of is het die soldaat,
die vecht voor ‘t ideaal?
Voor wie zingt dan het eng’ lenkoor?
Of is ‘t voor allemaal?

Als ‘t Kerstkind nu op aarde kwam,
wie zijn de wijzen dan?
Zijn dat de wereldleiders soms
uit o zo verre land?
Wat is dan hun geschenk,
waar ‘t Kind mee wordt verblijd?
Zou dat een vredesboodschap zijn?
Of oproep tot de strijd?

Als ‘t Kerstkind nu op aarde kwam,
of is dat Kind er al?
Is het misschien nooit weg geweest,
ligt het nog in die stal?
Kom ga dan mee op zoek,
naar waar die stal dan staat.
Dan komt de vrede toch misschien
en is ‘t nog niet te laat.

© Hans Cieremans

Het kerstdiner

Een salade met pancetta
of een quiche gevuld met feta
of tomaten met bruchetta
als een feestelijk entree.
Een amuse met garnalen,
luxe hapjes op de schalen,
chique kruiden fijn gemalen,
als voorafje bij ‘t diner.

Zalm gemarineerd in bieten,
hertenbiefstuk fijn genieten,
met een wildsaus overgieten.
Zeg nou zelf:’ ‘t klinkt niet slecht’.
Lams rack met een kruidenkorstje,
zeetong of een eendenborstje,
voor de kinderen een worstje,
zoiets wordt het hoofdgerecht.

Na de spoom een crêpe Suzette,
niet op calorieën letten,
als we langzaam gaan vervetten
bij de koffie met gebak.
Cappuccino of een theetje,
tjee, dat was een leuk dinertje.
O, en bijna dat vergeet je,
bij de koffie wat cognac .

Daarna maar wat uit gaan buiken,
niemand wil meer iets gebruiken,
gaat met slaperige luiken
vol gevreten op de bank.
Want de broekriem staat op knappen,
oprispend naar adem happen.
Dat komt, dat is best te snappen,
van het eten en de drank.

In Malawi en Cambodja,
Jemen, Nepal, Eritrea,
in Zimbabwe, Tanzania,
sterft een kind aan diarree
Slechts wat rijst of wat bananen,
wat cassave of wat granen,
besmet water uit de kranen,
dat is daar het kerstdiner.

©Hans Cieremans