de Kerstster

Kan de Kerstster nog wel stralen,
als het steeds meer misten gaat?
Zijn er nog wel Kerstverhalen,
als de boodschap je ontgaat?
Zijn er nog wel fijne dagen,
als het tijdsbesef ontbreekt?
Kun je het geluk nog voelen,
als herinnering verbleekt?

Zijn er nog wel ‘beste wensen’,
als je niemand meer herkent?
Kan je toch de Kerstster vinden,
als je niet weet waar je bent?
Kan de Kerstster nog wel troosten,
als je voor het donker vreest?
Kun je Kerstfeest nog wel vieren,
als geen sprake is van feest?

Kan de Kerst je nog ontroeren,
als je van het ‘hier’ vervreemdt?
Kun je nog in licht geloven,
als de mist het licht ontneemt?
‘k Heb geen antwoord op de vragen,
over jouw verdriet en pijn.
Maar ik wil je heel graag helpen,
ik wil graag jouw Kerstster zijn.

© Hans Cieremans

de Kerstviering (in het verpleegtehuis)

De mensen zoeken naar een plek,
de zaal raakt goed bezet.
Vooraan staan de rolstoelers
met hier en daar een bed.
Een pianist speelt kerstliedjes,
de zaal is mooi versierd.
met lichtjes in de kunstkerstboom.
Hier wordt de kerst gevierd.

Iedereen is mooi gekleed,
een feestelijke sfeer.
Een koor zet dan een kerstlied in,
zingt van het Kindje teer.
Dan volgt de eerste samenzang,
daarna een kort verhaal.
Er wordt gezongen van het Kind,
dat kwam voor allemaal.

Een drankje na de kerstviering,
een glaasje jus d’orange.
Daarbij hoort natuurlijk
ook een stukje boterkrans.
Dan is de viering weer voorbij,
de zaal stroomt langzaam leeg.
Waar bij de uitgang iedereen,
een kerststukje mee kreeg.

Kerstviering in het tehuis,
’t ontroert me ieder jaar.
Dan voel je lotsverbondenheid,
wat vreugde met elkaar.
Even los van de kritiek
en personeelstekort.
Maak Kerst tot een herinnering,
die onvergeet’ lijk wordt.

Fijne Kerstdagen iedereen

© Hans Cieremans

Licht en schaduw

Schaduwzijden in het leven,
zullen niemand overslaan.
Maar de schaduw die bestaat niet,
als het licht niet zou bestaan.
Want de schaduw maakt het licht niet,
echter licht de schaduw wel.
Daarom is het licht het sterkste,
in het licht en schaduwspel.

Met de Kerst branden we kaarsjes,
zijn we op het licht gericht.
Dan brengt schaduw niet het duister,
maar schijnt schaduw door in licht.
Licht, symbool van hoop en liefde,
op weg naar het nieuwe jaar,
bouwend aan herinneringen,
zijn we lichtjes voor elkaar

En als lichtjes langzaam doven,
als de tijd niet meer beklijft.
Als de lontjes om gaan vallen
en het stompje over blijft.
Dan is daar ineens die schaduw,
die kan schijnen in het licht,
in herinnering verankerd,
waar de duisternis voor zwicht.

Schaduwzijden in het leven,
zullen niemand overslaan.
Maar de schaduw die bestaat niet,
als het licht niet zou bestaan.
Licht en schaduw zijn verweven,
schaduw, noch het licht verdwijnt.
Ze zitten in herinneringen,
waar altijd een lichtje schijnt.

© Hans Cieremans

Het mooiste kerstcadeau

Met een bitterballetje,
en een glaasje advocaat,
zit ze bij het stalletje.
dat naast de kerstboom staat.
De lichtjes branden in de boom,
met zijn gouden piek,
ze lepelt gulzig van de room
en er klinkt kerstmuziek.

Zij geniet, dat kun je zien,
maar waar denkt ze aan?
Is dat aan vroeger tijd misschien?
Ze oogt zo blij, voldaan.
Is het de herinnering,
aan kerst met haar gezin?
Het lijkt op een bespiegeling,
dit geeft haar leven zin.

Ze zit tevreden bij de boom,
een beeld dat mij diep raakt.
Even uit haar boze droom,
die haar verdrietig maakt.
Mij herkent ze soms niet meer,
maar smullend uit haar glas,
zie ik mijn moeder even weer,
hoe ze vroeger was.

Met een bitterballetje,
en een glaasje advocaat,
zit ze bij het stalletje.
dat naast de kerstboom staat.
Ik laat haar rustig zitten zo,
ik stoor haar niet vandaag,
dit is mijn mooiste kerstcadeau
zo zie ik haar nog  graag.

© Hans Cieremans

Met Kerst alleen

Waarom zou ik Kerstfeest vieren,
ik ben helemaal alleen?
‘k Heb geen zin om te versieren
en wil liever nergens heen.
Ik ga wel naar het verpleeghuis,
waar mijn man verblijft sinds kort .
Maar ik ga niet naar de viering,
omdat ik dan treurig wordt.

O, er zijn voldoende mensen,
die me vragen voor ’t  diner.
Maar ik voel me niet gezellig,
dus ik doe daar niet aan mee.
Nee, laat mij gewoon maar zitten,
niemand ziet me op de bank.
Dan kan ik gewoon mezelf zijn,
als ik om mijn maatje jank.

Ik wil niemand tot een last zijn,
dit jaar Kerst is niets voor mij.
‘k Zie er nu al tegenop hoor,
was die Kerst maar weer voorbij.
Nee, ik wil beslist niet klagen,
ik heb doodgewoon verdriet.
En die poespas van het Kerstfeest,
heb ik dit jaar liever niet.

Als ik ergens op bezoek ga,
ben ik één stuk chagrijn.
En bij feestvierende mensen
wil ik niet spelbreker zijn.
Iedereen is even lief hoor,
daar ontbreekt het echt niet aan.
‘k Ben niet zielig, wel verdrietig,
dus laat mij mijn gang maar gaan.

© Hans Cieremans

Licht (melodie: The rose)

Pak mijn hand, laat mij je leiden
door jouw mistig labyrint.
Tot het licht zich zal verspreiden
bij het wonder van een Kind.
Het symbool van licht en vrede,
waardoor duisternis verdwijnt.
Een verhaal uit het verleden
van een licht dat eeuwig schijnt.

Pak mijn hand, laat mij je leiden,
want misschien moet je nog ver.
Kom, we lopen die weg beiden
bij het eindpunt schijnt een ster.
’t Is een weg langs diepe dalen
door een schimmig kreupelbos,
pas als jij de ster ziet stralen,
laat ik in vertrouwen los.

Pak mijn hand, laat mij je leiden
want nu is de mist nog dicht.
Totdat onze wegen scheiden
bij dat wonderlijke licht.
Dan wordt alle mist verdreven,
door dat licht dat nimmer dooft,
dan begint een heel nieuw leven.
‘t Werd ons door een Kind beloofd.

© Hans Cieremans

 

Kerstkaarsje in de schemering (melodie: O, little town of Bethlehem)

Een kaarsje in de schemering
brand ik met kerst voor jou,
omdat ik zo veel van je mis
maar toch veel van je hou.
Dan denk ik aan de kerst,
zoals het vroeger was
en aan het mooie kerstverhaal,
dat jij toen altijd las.

Een kaarsje in de schemering
brengt licht in duisternis
en geeft ons de herinnering
wanneer het Kerstmis is.
Toen jij jezelf nog was
deed jij de kaarsjes aan.
Nu dreigt het kaarsje in jezelf
heel langzaam uit te gaan.

Een kaarsje in de schemering,
een kaars van liefdestrouw,
met een eeuwig vlammetje,
brandt in mijn hart voor jou.
Dat vlammetje geeft licht,
zelfs als jouw kaarsje dooft,
dan blijft het branden in mijn hart
dat heb ik jou beloofd..

© Hans Cieremans

Kerstavond

Tien uur, kerstavond,
het is donker buiten,
het is wat je noemt: ‘Waterkoud’.
Het motregent zacht
en achter de ruiten,
zit zij daar eenzaam en oud.
Kerkklokken luiden
voor de kerstnachtdienst.
Ze luistert, maar ‘t maakt haar niet blij.
Ze denkt aan haar man,
die ze net heeft verloren.
Hij is er met kerst niet meer bij.

Vroeger, ja vroeger
ging zij naar de kerk,
het hele gezin ging dan mee.
Haar man kwam dan altijd
bijtijds van zijn werk.
Dat is nu volledig passé.
Toen hij met pensioen was
ging hij dementeren
het leven werd toen best zwaar
Het viel hen niet mee
om te accepteren,
maar bleven tot ‘t eind bij elkaar.

Tien uur, kerstavond,
het is donker buiten,
de ramen gaan langzaam beslaan.
Ze voelt zich heel triest,
dat deed haar besluiten
om naar haar bed toe te gaan.
Daar zit ze alleen,
te huilen, te woelen
op de rand van haar bed.
Ze weet wat het is
om zich eenzaam te voelen.
Kerstavond, ze kust zijn portret.

© Hans Cieremans

 

 

 

Zomaar een lief kerstliedje

Ze gaat steeds vaker vergeten
en haar rechterhand die beeft.
Haar gelaat vol levenssporen,
maar heel dankbaar dat ze leeft.
Op haar schoot haar achterkleinkind,
zingt een liedje fluisterzacht.
Wat het kindje duid’ lijk fijn vindt.
Oma zingt van ‘stille nacht’.

Dan zegt zij; ‘Kijk daar een lichtje’,
wijst naar de versierde boom.
En ze ziet het blij gezichtje
van het kind, het lijkt een droom.
Zo dwaalt zij met haar gedachten
naar de kerstmis van weleer,
toen ‘t geluk haar tegenlachte.
Ach, die tijd die is niet meer.

‘t Kindje is in slaap gevallen
oma-oma geeft een zoen.
In de boom glinsteren ballen,
net zoals haar ogen doen.
En ze neuriet nog een wijsje
voor dat lieve kleine ding.
Liefdevol en heel ontroerend:
‘kling klokje klingelingeling’.

Ze gaat steeds vaker vergeten
en haar rechterhand die beeft.
Haar gelaat vol levenssporen,
maar heel dankbaar dat ze leeft.
Op haar schoot haar achterkleinkind,
denkt tevreden: ‘Wat een dag,
want het is toch wel bijzonder,
dat ik dit beleven mag’.

© Hans Cieremans

Zing mee: Kerst (melodie Jingle bells)

Kerstdiner,
arrenslee,
glühwein,
kerstpakket.
Kerstklokken,
kerstsokken,
kaarsjes,
winterpret.
Kerstcadeau,
mistletoe,
Kindje in een stal.
Met elkaar,
eng’ lenhaar,
vrede overal.

Kerstmuziek,
boom met piek,
kerstlichtjes,
kerstshow.
Kerstverhaal,
sterrenstraal,
Kerstman,
hohoho.
Fijne tijd,
kerstontbijt,
kerstkoor,
stille nacht.
Kerst vieren,
rendieren,
Kindje lang verwacht.

Kerstconcert,
kerstdessert,
kerstrozen,
kerstgroen.
Kerstballen,
kerststallen,
kerstkaarten,
kerstzoen.
Kerstvermaak,
kersttoespraak,
kerstpreek,
samenzang.
Kerst brengt weer,
fijne sfeer,
‘t duurt niet meer zo lang.

© Hans Cieremans