berusten

Los laten en accepteren,
raakt het meest de ouderdom.
als je t’rug kijkt op je leven
en steeds vaker vraagt: ‘Waarom ?’
‘Je moet het een plekje geven’,
zeggen Jan en alleman.
Waar dat plekje is te vinden,
daar heb ik geen nota van.

En ze zeggen: ‘Ga berusten’,
maar da’s makkelijk gezegd.
Loslaten en accepteren
is een continu gevecht.
Goedbedoeld zijn de adviezen
‘Ga nou doen wat je nog kan.
Want er is nog heel veel moois hoor
dus geniet er  nog maar van’.

Mijn verstand zegt: ‘Dat is waarheid,
wat geweest is, is passé’.
Maar berusten wil niet lukken,
mijn gevoel dat gaat niet mee.
Het ‘waarom’ blijft aan mij knagen,
maar ik heb geen and’re keus
Los laten en accepteren,
da’s berusten en moet heus.

Dus probeer ik te genieten,
van wat was en wat nog is
herinner mij de mooie dingen,
ondanks dat ik ook veel mis.
‘k Ga niet in de toekomst kijken.
‘k Leef eenvoudig bij de dag.
En dan ben ik heel tevreden,
dat ik die beleven mag.

© Hans Cieremans

het roofdier

Zoveel mensen die jou vrezen,
als een mensonterend beest,
een gevaarlijk, gulzig wezen
een bedreiging voor de  geest.
Met verwoestend wrede plannen,
sla je gaten in het brein
en je bent niet uit te bannen,
dementie doet zoveel pijn.

Je verandert heel het leven,
zet de wereld op zijn kop.
Daar lijk jij niks om te geven,
want je houdt gewoon niet op.
‘Houden van’ wordt zelfs anders,
daar trek jij je niets van aan.
Maar al kost dat waterlanders,
liefde blijft altijd bestaan.

Want al blijf je ons bedreigen
en zorg jij voor veel verdriet
Liefde is niet klein te krijgen,
en ook jij kan dat dus niet.
Wat je doet, dat zal niet lukken,
zelfs al raak ik jou nooit kwijt.
Liefde wint het van jou nukken,
want de liefde wint altijd.

© Hans Cieremans

pluk de dag

Niemand weet hoe lang we leven,
maar ach, tel je dagen niet.
‘Zorg maar dat je dagen tellen,
pluk de dag, leef en geniet’.
Maar wat moet je met zo’n uitspraak,
bij verdriet en tegenslag?
Hoe kan je dan nog genieten
en hoe pluk je dan de dag?

Het verdriet en tegenslagen
zijn vaak bij ons dag en nacht
waar we treuren om de dingen
die eens vreugd hebben gebracht.
Heel vaak gaat het om geliefden,
die van ons zijn heen gegaan.
en dat overkomt ons allen.
’t Is het lot van ons bestaan.

Vreugd zit in herinneringen
van een nooit vergeten tijd.
Niemand kan je die afnemen,
het verzacht de werk’lijkheid.
Leef met die herinneringen
met een traan en met een lach,
En laat zo je dagen tellen,
want zo pluk je elke dag.

© Hans Cieremans

De onbegrepen wereld

’t Is een onbegrepen wereld,
onbegrip bij jou en mij,
met verschillende beleving,
‘jij’ en ‘ik’, zijn zelden ‘wij’.
Fysiek zijn we nog wel samen,
maar je leeft nu ergens daar,
in die onbegrepen wereld,
ver verwijdert van elkaar.

’t Is een onbegrepen wereld,
met angst en vergetelheid.
Flarden van herinneringen,
‘Onze wereld’ ben je kwijt.
In de onbegrepen wereld,
groeien wij langzaam uiteen
En al zijn we nu nog samen,
samenzijn voelt heel alleen.

’t Is een onbegrepen wereld,
waar je steeds minder herkent,
Als we samen foto’s kijken
weet je zelfs niet wie jij bent.
In die onbegrepen wereld
heerst verdriet en heel veel pijn,
maar al zal je het vergeten:
‘’k Zal er altijd voor je zijn’

© Hans Cieremans

Kersttegenstrijdigheid

Cybercrime, discriminatie,
Oorlog, massa integratie
armoede, polarisatie,
ze beheersen ons bestaan.
Genocide, terrorisme,
egoïsme, vandalisme,
dictatuur en anarchisme
toch komt ook de Kerst weer aan.

Kerst als feest van licht en vrede,
‘t lijkt verjaard, te lang geleden.
Wereldwijd wordt er gestreden,
licht gaat schuil achter het gruis,
van de bommen en granaten,
mensen die het leven laten,
omdat zij elkander haten.
Vrede is heel ver van huis.

Maar we gaan toch Kerst weer vieren,
met elkaar de boom versieren.
Kerstfeest gaan we niet verstieren,
ondanks tegenstrijdigheid.
Want met Kerst gaan we bezinnen,
hoe de vrede ooit gaat winnen,
Kerst laat ons daarmee beginnen.
‘Ik wens u een goede tijd.’

© Hans Cieremans

het vestzakhorloge van opa

Een vestzakhorloge ligt in de vitrine,
het is van mijn opa geweest.
Cadeau voor zijn inzet, zijn werkdiscipline,
geschonken tijdens een feest.
Dat was op de zaak, waar hij jubileerde,
een prachtig horloge van goud,
waarin men zijn naam en de datum graveerde.
dat klokje is honderd jaar oud.

Mijn opa is jaren terug overleden ,
ik heb hem helaas nooit gekend.
Maar ‘t klokje doet het nog steeds tot op heden,
‘k bewaar het met veel sentiment.
Toen eens de tijd voor opa bleef stilstaan,
tikte ‘t horloge nog door.
Bewijs dat de tijd voor eeuwig blijft doorgaan,
ook toen opa zijn tijd  eens verloor.

Opa’s horloge geeft nog steeds de tijd aan,
het ligt in een kast achter glas.
Met wijzers die via ‘toen’ ‘nu’ naar ‘straks’ gaan,
in ’t klokje dat van opa was.
Hoewel mijn opa al lang uit de tijd is,
denk ik aan hem nu en dan.
Dat komt door zijn klokje, dat nimmer tijd kwijt is.
‘t Was vast een geweldige man.

© Hans Cieremans

de vliegreis

Het leven loopt zoals een vliegreis,
turbulent en vliegensvlug.
Het verschil komt na de landing,:
‘’t Leven kent geen reis meer terug’.
Enk’ le reis richting de toekomst
en die vlucht is lang of kort.
Je vliegt naar de laatste landing,
daar ga je voorgoed van boord.

Je vliegt over bergen, dalen,
meestal rustig, soms riskant.
Op weg naar de eindbestemming,
weet niet hoe en waar je landt.
Eens dan zal je daar aankomen,
en wat krijg je dan te zien?
Is het mooi met kleuren, bloemen,
of zie je daar niks misschien?

Niemand kan het ons vertellen,
dat mysterie is te groot.
Iedereen maakt deze vliegreis
en jij zelf bent de piloot.
Het leven loopt zoals een vliegreis,
die ons leven overbrugt.
En de hoop die mensen delen,
dat is: ‘ Een behouden vlucht’.

©Hans Cieremans

ouderdom

‘k Voel dat ik je steeds meer kwijt raak
aan die stomme dementie.
Hoewel ik voor jou wil zorgen,
’t kost me steeds meer energie.
Ik ben ook niet meer de jongste
en ik ben heel vaak doodmoe.
Wat ik mij steeds vaker afvraag:
‘waar leidt deze weg naartoe?’

Hoelang is dit vol te houden,
straks ga ik er onderdoor?
Want de grens is haast bereikt hoor
en daar pas ik liever voor.
‘k Heb het met de arts besproken,
want het gaat niet langer thuis.
En de dokter zei: ‘Het beste,
dat is het verpleegtehuis’.

Dat advies was niet verrassend,
maar het sloeg in als een bom.
dat ons dit moet overkomen,
‘k vraag me aldoor af: ‘Waarom?’
Bovendien voel ik me schuldig,
ik schiet met mijn zorg tekort.
Maar intussen weet ik ook wel,
dat het nooit meer beter wordt.

Ik heb slapeloze nachten,
maar ik heb, denk ik, geen keus.
Ik moet jou op laten nemen,
en dat doet me pijn, ja heus.
Samen zijn we oud geworden
en dat wilden we heel graag.
Maar of oud zijn nou zo fijn is,
blijft toch altijd maar de vraag.

© Hans Cieremans

acceptatie

Na de zware diagnose
zeiden wij tegen elkaar.
‘Kom we gaan er tegen vechten,
want wie weet is het niet waar’.
Wij konden het niet geloven
eerst getwijfeld en ontkend.
Maar intussen weet ik beter,
omdat jij er niet meer bent.

Mensen zeggen: ‘Accepteer het,
‘k snap het is een groot gemis’.
Maar hoe moet ik accepteren,
wat niet acceptabel is?
Ze zeggen dat ik moet berusten,
dat verdriet uiteind’ lijk slijt,
dat kan ik nu niet geloven,
dit verdriet raak ik nooit kwijt.

Mensen willen  me graag troosten,
wat totaal ontroostbaar lijkt.
Dat is lief, maar ‘k voel mijn twijfel:
Wat wordt met die troost bereikt ?
‘Heb vertrouwen, echt we helpen’,
zeggen mensen goed bedoeld.
Maar dan word ik soms opstandig:
‘Ach, je weet niet hoe het voelt.’

Maar het leven geeft geen keuze,
dat wat vreugd gaf ging kapot.
Wat slechts blijft is ‘Acceptatie
en me schikken in het lot’.
Mensen zeggen: ‘Accepteer het,
‘k snap het is een groot gemis’.
En zo moet ik gaan beseffen
dat dit de harde waarheid is.

© Hans Cieremans

Zelfbeschikking?

Toen de arts mij vroeg: ‘Hoe gaat het?’
terwijl hij keek in mijn dossier.
Zei ik: ‘Nou door medicatie
valt het mij beslist niet mee.
Bijwerking van pillen, kuren,
‘k ben er helemaal mee klaar
Heel het leven is onzeker
en dat weegt behoorlijk zwaar’.

‘Tja, ik weet het’ zei de dokter
‘het is een bekend verhaal,
maar ik kan dat niet verand’ren,
zo gaat dat bij deze kwaal.
Maar ’t is goed om te beseffen,
dat het hoort bij uw bestaan
En u moet het zelf beslissen,
hoe lang hiermee door te gaan’.

‘k Vond zijn woorden confronterend,
hoewel ik het best wel wist.
Maar ik wil er niet aan denken,
dat je zoiets zelf beslist.
Wanneer zeg je: ‘’t Is genoeg zo,
’t leven mist zijn kwaliteit.
Stop maar met de medicatie,
‘t is een toch verloren strijd?’.

Want natuurlijk wil ik leven,
ondanks alle  tegenslag.
Ik geniet nog van veel dingen
en ik pluk bewust de dag.
Misschien zal ik eens beslissen:
‘Stop nu maar, het is genoeg’.
Maar ik hoop nog lang te zeggen
‘Nu nog niet, da’s veel te vroeg’.

© Hans Cieremans