7 mei 24 (4)

ouderdom

‘k Voel dat ik je steeds meer kwijt raak
aan die stomme dementie.
Hoewel ik voor jou wil zorgen,
’t kost me steeds meer energie.
Ik ben ook niet meer de jongste
en ik ben heel vaak doodmoe.
Wat ik mij steeds vaker afvraag:
‘waar leidt deze weg naartoe?’

Hoelang is dit vol te houden,
straks ga ik er onderdoor?
Want de grens is haast bereikt hoor
en daar pas ik liever voor.
‘k Heb het met de arts besproken,
want het gaat niet langer thuis.
En de dokter zei: ‘Het beste,
dat is het verpleegtehuis’.

Dat advies was niet verrassend,
maar het sloeg in als een bom.
dat ons dit moet overkomen,
‘k vraag me aldoor af: ‘Waarom?’
Bovendien voel ik me schuldig,
ik schiet met mijn zorg tekort.
Maar intussen weet ik ook wel,
dat het nooit meer beter wordt.

Ik heb slapeloze nachten,
maar ik heb, denk ik, geen keus.
Ik moet jou op laten nemen,
en dat doet me pijn, ja heus.
Samen zijn we oud geworden
en dat wilden we heel graag.
Maar of oud zijn nou zo fijn is,
blijft toch altijd maar de vraag.

© Hans Cieremans