Duizend woorden zijn te weinig,
maar één woord is al teveel,
om gevoelens uit te drukken,
die ik zo graag met je deel.
Woorden die ik uit wil spreken,
schieten hier en nu tekort.
En ik zou ook echt niet weten
of het daardoor beter wordt.
Daarom kan ik beter zwijgen,
sla mijn arm maar om je heen.
Delen we de tranen samen,
ook al voelt dat ook ‘alleen’.
‘k Zou je zo graag willen troosten,
bij je angst, verdriet en pijn.
Jij moet deze weg alleen gaan,
‘k kan er enkel voor je zijn.
‘k Zie de wanhoop in je ogen
‘k zie je hulpeloze blik.
‘k Droog de tranen in je ogen
als je mij vraagt: ‘Waarom ik?’
Maar het antwoord blijf ik schuldig,
vraag me af: ‘Is er een God?’
Maar dat voedt alleen mijn twijfel,
’t blijft de speling van het lot.
Als je ’t lot eens kunt aanvaarden,
kan het ook ‘bevrijding’ zijn.
Vrij van angsten en van tranen
en van uitzichtloze pijn.
Geef mij jouw herinneringen,
ik bewaar ze heel apart,
zonder woorden, vol met liefde
zijn wij ‘samen’ in mijn hart.
© Hans Cieremans