Als ik jouw naam ben vergeten,
je gezicht niet meer herken.
Als ik wartaal ben gaan spreken.
en ik niet weet waar ik ben.
Als ik niets lijk te begrijpen
van de wereld om me heen.
Ben ik radeloos en eenzaam.
Laat me dan toch niet alleen.
Ben ik stil en achterdochtig,
doe ik steeds boos tegen jou.
Reageer ik op jouw zorgen
met een grauw en met een snauw.
Doe ik ongepast en lelijk,
doe ik ongeremd, gemeen.
Ga niet weg, maar blijf dan bij me,
laat me dan ook niet alleen.
Want ik heb je keihard nodig,
‘k ben verdwaald in plaats en tijd.
De gezichten zijn verdwenen,
en ik raak mezelf meer kwijt
En daardoor ben ik veranderd
ben ik anders dan voorheen.
‘k mis je liefde, ‘k zoek je aandacht,
laat me daarom nooit alleen.
© Hans Cieremans