Kon ik kijken door jouw ogen,
wat zou ik dan kunnen zien?
Beelden die zijn bijgebleven
uit je jeugdjaren misschien?
Of je vader en je moeder,
of je vrienden van weleer?
‘k Zie je kijken, maar wat zie je?
Zie je mij of dat niet meer?
Kon ik horen met jouw oren,
wat zou dan te horen zijn?
Zijn het stemmen uit ’t verleden,
in een mistig rookgordijn?
Is het treurig, is het angstig
of word je er vrolijk van?
Is je horen nog wel luist’ ren
en zo ja, wat snap je dan?
Kon ik voelen, wat jij voelde,
wat er omgaat in je hart?
Heb je daar nog wel een plekje,
speciaal voor mij apart?
Of ben ik daar nu verdwenen,
is die tijd voorgoed voorbij?
Hoe dan ook, ik wil je zeggen:
‘Jij zit wel voorgoed in mij’.
Want ik zie je en ik luister,
ook al spreek je non-verbaal,
omdat woorden je ontbreken
en je spreekt in lichaamstaal.
Ik probeer je te begrijpen
en al zal me veel ontgaan,
‘k hoop zo bij je door te dringen,
jouw gevoelens te verstaan.
© Hans Cieremans