opgesloten

opgesloten in je ‘ik’

Wijzers draaien monotone rondjes,
namen hebben geen gezicht.
De omgeving is bedreigend
en de deuren zijn potdicht.
In het hoofd zijn hersenschimmen,
die verdwalen in de mist,
die de tijd niet langer dulden,
die wat was heeft uitgewist.

Alle onmacht is ontroostbaar,
regenbogen kleuren grijs.
De bestemming is onvindbaar
op weg naar de laatste reis.
En in achterdocht verscholen
is verwardheid zo compleet,
dat de angst de mensen opjaagt
en van ophouden niet weet.

Maar de liefde blijft aanwezig,
zelfs als tijd niet meer bestaat.
‘t Geeft de regenboog weer kleuren
elke deur weer open gaat.
Liefde heeft de tijd niet nodig,
geeft aan namen weer gezicht.
Liefde laat de mist verdwijnen
in een eeuwig stralend licht.

© Hans Cieremans