Ingrid, Henk, Rob, Gijs, Martine
Jan, Piet, Klaas, Ria, Christine,
Anton, Fred, Nel, Jacqueline,
werken hard op de IC
Abdul, Bilal, Badra, Hayam
Fazid, Selma, Hisham, Hassan,
Kadir, Mukthar, Naja, Taram,
werken daarbij keihard mee.
Peter, Bas, Tom, Marianne
Ans, Babette, Joop, Suzanne,
Karin, Aad, Bep, Riet, Lisanne,
zijn de handen aan het bed
Fatimah, Mohammed, Hayat,
Ilham, Rabi, Aznar, Souad,
Badra, Rabih, Nasim, Rashad,
zijn dit ook heel nauwgezet.
Frans, Youssef, Marleen, Abida,
Omar, Barend, Dahab, Frieda,
Thijs, Wasim, Odette, Rihda,
denken niet in ‘wij’ en ‘zij’.
Kees, Aludra, Esther, Anbar
Udabah, Louise, Almar,
Banan, Gerrit, Wakil, Dagmar,
klaren samen dit karwei.
Geven eten, wassen billen,
zijn deskundig, delen pillen
met elkaar, zonder verschillen,
van geloof, van ras of aard.
Deze mensen zijn een zegen,
zij verzorgen en verplegen
en dat doen ze heel gedegen,
zijn onmisbaar en goud waard.
© Hans Cieremans