Ik kan jou niet meer verzorgen,
’t kost me te veel energie.
De problemen worden groter,
die ik niet meer overzie.
Bovendien word ik ook ouder,
ik kan ’t fysiek ook niet meer aan.
Ik heb niet voldoende kracht meer,
om steeds voor jou klaar te staan.
Ik heb het lang vol gehouden,
maar nu red ik het niet meer.
Dat ik dat moet onderkennen,
is heel moeilijk, dat doet zeer.
‘k Voel me machteloos en schuldig
en het maakt me bloednerveus.
Toch ga jij naar het verpleeghuis,
ik heb eigenlijk geen keus.
Nee, ik wil beslist niet klagen,
maar ‘t kan echt niet anders hoor.
Want als dit zo langer doorgaat,
ga ook ik er onderdoor.
Daar is niemand mee geholpen,
ook al zie jij dat niet in.
Jij ontkent alle problemen
een discussie heeft geen zin.
Dat maakt het ook extra moeilijk,
’t knaagt aan mij, begrijp je dat?
Nee, natuurlijk niet, dat weet ik,
we hebben ’t altijd goed gehad.
Daarom voelt het ook zo dubbel,
we staan niet meer op één lijn.
Maar geloof me, als jij daar bent
zal ik er ook voor jou zijn.
© Hans Cieremans