Weer een dag om thuis te blijven,
weer een dag op het balkon.
’t Is wel lekker uit het windje,
met een bakkie in de zon.
Ja, de zon maakt het wat vrolijk,
daar geniet ik wel wat van.
Maar ik ben toch ook onrustig,
dat ik weer niet komen kan.
Ik begrijp wel de adviezen,
ondanks dat doet het veel pijn.
Ik bewonder wel de mensen,
die er nu steeds voor je zijn.
Want ik mag ze altijd bellen,
ik kan goed bij ze terecht.
Het zijn engelen, ’t zijn helden,
dat is niets teveel gezegd.
Wat ze doen is echt geweldig,
er is altijd overleg.
En ik geef ze complimenten,
maar dat neemt de pijn niet weg.
En terwijl ik in de zon zit
en ik jou ontzettend mis,
denk ik ook aan die verzorgers
en besef hoe zwaar het is.
Kom, ik neem nog maar een bakkie,
ik kan nergens nu naar toe.
‘k Voel me schuldig, ik wil helpen,
want dat niks doen maakt juist moe.
Straks ga ik de zuster bellen
en ondanks de droefenis,
zal ik haar ook laten weten,
dat ze onbetaalbaar is.
© Hans Cieremans