Als ik dood ben, ben ik bij je,
want ik laat je nooit alleen.
‘k Ben onzichtbaar, toch aanwezig,
al is ’t anders dan voorheen.
Nee, je kunt me niet meer horen
en je kunt me niet meer zien.
Maar door vaak aan me te denken,
voel je mij toch wel misschien.
Als ik dood ben, blijf ik in je,
geloof mij maar op mijn woord.
‘k Deel met jou herinneringen,
daarmee leef ik in jou voort.
Moet je desondanks soms huilen,
denk dan aan de mooie tijd,
die we samen ooit beleefden,
voel zo mijn aanwezigheid.
Als ik dood ben, sta ik naast je,
ben ik ver weg toch dichtbij.
Ik blijf altijd op je wachten,
eens dan kom je weer bij mij.
Het komt goed, pluk nu de dagen
tot je ook je rust hier vindt.
Dan delen we opnieuw de liefde,
waar de dood het nooit van wint.
© Hans Cieremans