Wie kan mij helpen, wie kan me verzorgen
als jij er niet voor mij bent?
Bij wie voel ik mij nog veilig geborgen,
als jij er niet voor mij bent?
Bij wie kan ik warmte en aandacht ontvangen,
als jij er niet voor mij bent?
Op wie kan ik hopen of waar naar verlangen,
als jij er niet voor mij bent?
Wie kan mijn leegte van eenzaamheid vullen,
als jij er niet voor mij bent?
Wie kan mij nog met de liefde omhullen,
als jij er niet voor mij bent?
Wie kan mij troostend vertrouwen nog geven,
als jij er niet voor mij bent?
Wie vertelt mij nog de zin van mijn leven,
als jij er niet voor mij bent?
Maar gelukkig……..
Jij wil me helpen, jij wil me verzorgen,
want jij bent er voor mij.
Ik voel jouw warmte, ik voel me geborgen,
want jij bent er voor mij.
Jij geeft de aandacht die ik wil ontvangen,
want jij bent er voor mij.
Jij geeft me hoop, ik kan nog verlangen,
want jij bent er voor mij.
Jij vult mijn leegte op eenzame dagen,
want jij bent er voor mij.
Jij geeft mij liefde zonder te klagen,
want jij bent er voor mij.
Jij geeft mij onvoorwaard’ lijk vertrouwen.,
want je bent er voor mij.
Jij geeft levenszin, ik kan op jou bouwen,
jij bent onmisbaar voor mij.
© Hans Cieremans