’t Gaat niet om wat ik mankeer,
niet om wat ik heb,
dat ik aan een ziekte lijd
of aan een handicap.
‘t Gaat niet om beperkingen
en dat ik niet herken.
Vergeet het stempel ‘dementie’,
het gaat om wie ik ben.
Ik vergeet steeds vaker iets,
ik verdwaal in tijd.
Met mijn stempel ‘dementie’
raak ik de weg steeds kwijt.
Dat wordt wel gesignaleerd,
daarop is men attent.
Het ‘stempeltje’ dat kent men wel,
het ‘stempeltje’ ‘dement’.
Ze weten prima wat ik heb,
waar ik tekort in schiet.
Maar wie ik ben, wat mij beweegt,
weten de meesten niet.
Hoe mijn leven is geweest,
wat er in mij omgaat.
dat blijft gehuld in dichte mist,
wordt niet over gepraat.
Ze zeggen: ‘We zijn klantgericht
bij de therapie’.
Maar de praktijk laat anders zien,
het blijft bij theorie.
Ik heb onaangepast gedrag
en ik heb afasie.
Ik heb een slecht geheugen nu,
ik heb dementie.
De verzorgsters schrijven op
wat ik zoal mankeer.
Wat ik heb, dat weet men wel,
maar ik ben zo veel meer.
Aanvaardt mij zoals ik ben,
dat is mijn grootste wens.
En als je toch een stempel geeft,
geef dan het stempel ‘mens’.
© Hans Cieremans