Van ‘t concert van ‘t eigen leven,
krijgt geen mens ooit een program.
Het kent rustige ballades,
en ook drukte en tamtam.
Levendig met veel allegro,
maar soms klinkt het in mineur,
als het slotakkoord zich afspeelt
achter een gesloten deur.
Dan is ‘t opmaat naar het einde
en voor elke muzikant
is daar weinig variatie
en klinkt menig dissonant.
Om ’t concert wat op te fleuren,
zoekt men naar wat nog bekoord.
Maar een solo, a capella,
klinkt bij ‘t laatste slotakkoord.
Het orkest stopt dan met spelen,
maar wie weet speel je nog voort.
Kan je dromen van iets mooiers,
na het laatste slotakkoord.
Een concert met melodieën,
vrolijk, zoet, melodieus,
de concertdeur blijft geopend,
is het vredig, harmonieus.
© Hans Cieremans