Pak mijn hand als wij gaan lopen,
houd mij vast, laat mij niet los.
Ik loop op ‘het pad van hopen’,
door een ondoordringbaar bos.
Overal zijn er obstakels
en daar moet ik steeds doorheen.
Niets doen dat is echt geen optie,
maar ik loop niet graag alleen.
Loop met mij het ‘pad van hopen’,
zonder hoop vaart niemand wel.
’t Kleinste sprankje geeft vertrouwen
in genezing, op herstel.
Help mij alle sprankjes pakken,
‘k kan niet verder zonder hoop.
Dan zal ik mijn hoop behouden,
als ik met jou samen loop.
Samen op het ‘pad van hopen’
in een overlevingsstrijd,
met geloof dat hoop doet leven,
‘weg met kanker’ voor altijd.
Eens wordt dan het ‘pad van hopen’
tot ‘pad van leven’ omgedoopt.
Waar obstakels zijn verdwenen
waar jij met mij samenloopt.
© Hans Cieremans