Als de weg niet meer herkend wordt,
als de mist de tijd verjaagt,
als geliefden vreemden worden,
als herinnering vervaagt.
Als je eigen ik gaat dwalen
door de gaten in je brein.
Als je levenszin gaat wank’ len,
dan zal ik er voor je zijn.
Want ik wil je niet verliezen,
door de chaos in je hoofd.
‘k Houd je vast met onze liefde,
waar jij met mij in gelooft.
Ik ga met jou in je zoektocht,
door het bange tranendal,
als een baken, als een houvast,
wat ik voor je blijven zal.
Samen gaan we door jouw wereld,
waar jouw levenszin verbleekt.
Tot jij niet meer hoeft te dwalen,
zonlicht door de mist heen breekt.
Daar mag jij dan uit gaan rusten
en hoewel ik je dan mis,
gun ik jou een mooie wereld,
die eens weer van samen is.
© Hans Cieremans