‘k Wil het leven graag omarmen,
maar ’t omarmt mij niet meer.
‘k Ben de grip kwijt op mijn leven,
door een grote ommekeer.
‘Alzheimer’ dat is de oorzaak,
‘t zet mijn leven op zijn kop.
Heel mijn leven valt in duigen,
toekomstdromen houden op.
‘k Wil het leven graag omarmen,
maar het laat me in de steek.
Plannen vallen in het water,
‘Alzheimer’ flikt mij die streek.
’t Leven gaat ineens een weg in,
die ik zelf niet heb gepland.
Door dat woord dat in mijn brein spookt
en dat is: ‘dement, dement!!’
Ik wil van het leven houden,
maar het houdt niet meer van mij.
Mijn tijd speelt in het verleden
en mijn toekomst is voorbij.
En terwijl de wereld doordraait,
staat de mijne compleet stil.
Ik wil leven zoals vroeger,
waarna ik nog verder wil.
‘k Wil het leven graag omarmen,
waar ik altijd zo van hield.
‘k Vraag me af wat nou de zin is,
van wat Alzheimer bezielt?
Het verwoest mijn kostbaar leven,
al mijn voorspoed en geluk.
Maar dat lukt niet bij de liefde,
want die krijgt hij echt nooit stuk.
© Hans Cieremans