Pak mijn hand, ik moet gaan lopen,
houd mij vast, laat mij niet los.
Ik ben bang en zo onzeker
in dit onheilspellend bos.
Paden zijn hier onherkenbaar,
help me door dit oerwoud heen.
Sta niet stil, want ik moet verder,
maar dat wil ik niet alleen.
Help me als ik in paniek raak,
troost me als ik huilen moet.
Ik moet verder, ‘k kan niet stoppen,
’t is zo donker. Ga ik goed?
Kom ga mee, blijf naast mij lopen,
alles is zo grijs, zo grauw.
Houd me vast, want anders val ik,
‘t is zo eng, waar ben ik nou?
Loop nou mee, houd mij niet tegen,
hoe kom ik hier ooit vandaan ?
Laat niet los, we zijn toch samen?
Loop nou verder, blijf niet staan.
‘k Heb je nodig, ‘k kan niet stoppen.
O, ik ben zo moe, zo moe.
‘k Moet naar huis, omdat ze wachten,
breng me daar nou toch naar toe.
© Hans Cieremans