het levenspad

Geplaveide levenspaden
worden nergens aangelegd.
Altijd zijn er wel obstakels,
lopen vaker krom dan recht.
Soms loop je op zware stukken,
onverhard met zand en grint,
waar je wegzakt in de modder,
met alleen maar tegenwind.

Dan kun je haast niet meer verder,
de weg t’ rug bestaat niet meer.
Soms dan kan het ook gaan misten,
onheilspellend wordt de sfeer.
Je wordt bang en je gaat dwalen,
omdat uitzicht snel verdwijnt.
Tevergeefs ga je dan zoeken
of ergens een lichtje schijnt.

Dan hoop jij in je ellende,
dat er hulp in aantocht is,
die je door de mist kan leiden
en door bange duisternis.
Dat er iemand als een engel,
jou wil leiden op je pad,
die jou door de mist zal loodsen,
en die aanvoelt als warm bad.

Geplaveide levenspaden
worden nergens aangelegd
Vooral als de mist blijft hangen
loopt het pad ontzettend slecht.
Maar aan ’t eind van ‘t levenspaadje
trekt de mist op naar je hoopt
en vertrouw dan op een engel,
waarmee jij het licht inloopt.

© Hans cieremans