Kon ik jou nog maar helpen,
kon ik nog maar iets doen,
kon ik de tijd maar terugdraaien
naar de tijd van toen.
Wat leefden we gelukkig toen,
in volle harmonie.
Maar dat geluk is nu voorbij
door jouw dementie.
Samen staan we machteloos,
‘t Geluk stortte ineen.
Samen in twee werelden,
samen heel alleen.
Geluk dat is niet zo gewoon,
je bent het zomaar kwijt.
Dan is het slechts herinnering
van een verleden tijd.
Dat geluk heel kostbaar is,
besefte ik te laat.
Geluk dat moet je koesteren,
geluk dat komt en gaat.
Ons geluk veranderde
in verdriet en pijn.
Maar ondanks dat het tranen kost,
zal ik er voor je zijn.
© Hans Cieremans