Je gaat steeds vaker vergeten,
wordt je ‘ik’ langzaam bedreigd.
Bij de huisarts ben je angstig,
voor de uitslag die je krijgt.
‘Misschien ben ik overspannen’
denk jij, ‘’k hoop dat rust geneest’.
Je bent in je hele leven,
nooit afhankelijk geweest’.
De arts geeft je een verwijzing,
je moet naar de neuroloog.
Na een test krijg je de uitslag,
die er helaas niet om loog.
‘Alzheimer, de eerste fase,
u krijgt thuishulp binnenkort.
Ik hoop dat u lang stabiel blijft
en het niet snel erger wordt’.
Met die boodschap keer je huiswaarts,
Alzheimer spookt door je hoofd.
En je leeft met de ontkenning,
dat je ‘t zelf nog niet gelooft
Maar je toekomst is onzeker
en lijkt ook niet meer zo veel veel.
De paniek en de prognose
grijpen je hard bij de keel.
Je kan nog thuis blijven wonen,
kunt naar dagbesteding toe.
Maar je maakt je grote zorgen,
het gepieker maakt je moe.
Want daar is alsmaar de dreiging,
en zo lijd je nog het meest
aan de angst van wat gaat komen
van het lijden dat je vreest.
© Hans Cieremans