Als de band is doorgesneden,
die je jaren hebt gedeeld.
Als het voelt of in gebeden,
de geslagen wond niet heelt.
Als je ’t liefst zou willen grienen,
maar je tranen komen niet.
Als de eeuwig ongeziene,
volgens jou zijn troost niet biedt.
Als de eenzaamheid blijft knagen,
door verdriet en het gemis.
Als geen antwoord komt op vragen,
omdat er geen antwoord is.
Als je niet weet waar te zoeken,
als je droevig bent gestemd.
Als je soms zou willen vloeken,
als de stilte je beklemt.
Dan…ja dan, ik zou niet weten,
hoe ik jou dan troosten kan.
Het geloof kan ik vergeten,
daar verwacht jij niet veel van.
’t Heeft geen zin om veel te praten,
woorden schieten toch tekort.
‘k Moet het even maar zo laten,
totdat jij jezelf weer wordt.
Want de tijd heelt ook jouw wonden,
als je leven open bloeit.
Eens wordt levenskracht hervonden,
als de wond is dicht gegroeid.
En dan zal je gaan ervaren:
‘Toen de open wond genas,
dat wij steeds er voor jou waren
en God er misschien ook was’.
© Hans Cieremans