Jij bracht elke zondagmorgen
een ontbijtje op mijn bed,
een beschuitje, een vers broodje
en je had ook thee gezet.
Daarna ging ik warm douchen,
dan was ik weer lekker fris.
Het zijn zulke kleine dingen,
die ik nu ontzettend mis.
Want is het nu zondagmorgen,
dan is het zo stil, zo gek.
Ik maak zelf dan mijn ontbijtje,
maar ik heb totaal geen trek.
Daarna ga ik dan maar douchen,
doodgewoon omdat dat moet.
En dan drink ik alleen koffie,
‘k ben verdrietig, ‘t voelt niet goed.
Nu krijg jij op zondagmorgen
een ontbijtje op je bed.
En een zuster maakt je wakker,
heeft ze thee voor je gezet.
En daarna gaat ze je douchen,
want dan ben je lekker fris,
als ik jou straks kom bezoeken.
als het weer bezoektijd is.
Dus ga ik nu zondagmorgen,
na de koffie met de tram.
Dan ga ik naar het verpleeghuis,
want dan ben ik weer bij hem.
En dan denk ik aan ons leven,
dat het nu zo anders gaat.
Geluk draait om kleine dingen,
dat besef komt vaak te laat.
© Hans Cieremans