Zijn vrouw is dement,
ligt in het verpleeghuis,
hij gaat er elke dag heen.
Het werd hem te zwaar,
het werd een probleem thuis,
nu voelt hij zich eenzaam, alleen.
Toen kreeg hij contact
met een aardige dame,
zij kwam op bezoek bij haar man.
Het klikt tussen beiden,
ze praten veel samen
en steunen elkaar waar het kan.
Ze maakten een afspraak
om samen te eten.
Zij kookte en hij kwam bij haar.
Ze hadden het fijn
en heerlijk gegeten,
ze werden verliefd op elkaar.
Het voelde heel goed,
maar zou dit niet fout zijn?
Het voelt immers ook als verraad.
Want dit hoort toch niet,
omdat ze getrouwd zijn,
waardoor hun relatie niet gaat.
Toen spraken ze af:
‘We zijn dikke maatjes’.
Maar dat had heel weinig zin.
Het bleef niet bij
oppervlakkige praatjes
en hij trok al snel bij haar in.
Ze deelden verdriet
en gingen steeds samen
naar hun partners op zaal.
En mensen die zeiden:
’Ze moeten zich schamen,
hebben zij wel een moraal?’.
Zo wordt er geroddeld,
men vindt het schandalig,
verwerpelijk en ongepast
Alleen de gedachte
vindt men al onzalig,
al zijn ze nog zo zwaarbelast.
‘Je zorgt voor je partner’,
zeggen de mensen,
‘ook op het zinkende schip.’
Overschrijdt zorgplicht
misschien alle grenzen
of bestaat hiervoor begrip?
© Hans Cieremans