Wat jouw hart voelt, ziet mijn oog niet,
daardoor sla ik de plank mis.
Want de waarheid camoufleer je,
waardoor ik me flink vergis.
Door je lach en opgewektheid,
zet je mij op ‘t foute been.
Maar ten diepste ben je somber
en verschrikkelijk alleen.
Want je hebt de diagnose
van beginnend dementie.
Daarom moet je hart wel janken,
maar dat is niet wat ik zie.
Jij zit nog in de ontkenning,
het decorum houd je hoog.
Wat je hart voelt dat verberg je,
wordt onttrokken aan mijn oog.
Pas als jij je hart laat spreken,
kan mijn oog de waarheid zien.
En dan wil ik je graag troosten,
als dat mij lukt, heel misschien.
Of je mij wel toe wilt laten?
Alleen jij neemt dat besluit.
En als wij dan samen huilen,
sluit dat onze lach niet uit.
Laten wij nog gaan genieten
van de tijd, die voor ons ligt.
Als twee vrienden voor het leven,
ook al gaat je hart weer dicht.
Als ik mij weer moet beperken
wat ik slechts met ogen zie.
Maar de vriendschap zal nooit breken,
zelfs niet door de dementie.
© Hans Cieremans