Op bezoek

Ik zit naast je, maar waar ben je,
want je lijkt zo heel ver weg?
Ik praat met je en verwen je,
maar je snapt niet wat ik zeg.
‘k Zie je kijken, maar je ziet niet,
dat je eigen kind hier zit.
Ik probeer contact te maken,
maar het lukt niet, wat een ‘shit’.

Ik zit naast je en wil vloeken,
maar dat helpt geen ene zier.
Jij leeft in je eigen bubbel,
desondanks ben ik toch hier.
Want steeds hoop ik op herkenning,
ook al heeft het weinig zin.
Toch blijf ik het maar proberen,
tegen beter weten in.

Ik zit naast je, maar waarom dan?
Je herkent me toch niet meer.
Het lijkt zinloos om te komen
en het doet alleen maar zeer.
Toch blijf ik hier naast je zitten,
ook al doet het me verdriet.
Jij bent mij dan wel vergeten,
jij mij wel, maar ik jou niet.

© Hans Cieremans