Nu de wijzers van jouw klokken
linksom draaien in de tijd,
voert het toekomstplannen maken
een vergeefs, verloren strijd.
Soms, heel kort maar in het heden,
staan die wijzers even stil.
Maar dan draaien ze weer verder,
naar de kant die ik niet wil.
Nu de wijzers van jouw klokken
linksom draaien in de tijd,
zijn er slechts herinneringen,
als een bron van vastigheid.
’t Is een reis naar het verleden,
hoever zal die reis nog gaan?
Ik probeer wel mee te reizen,
tot de wijzers stil gaan staan.
Nu de wijzers van jouw klokken
linksom draaien in de tijd,
zijn die wijzers niet de mijne,
raak ik jou en jij mij kwijt.
‘k Zou die wijzers willen stoppen,
draaien naar de goede kant.
Want ik kan soms niet meer volgen,
waar jouw reis is aanbeland.
Nu de wijzers van jouw klokken
linksom draaien in de tijd,
voel ik onmacht, soms berusting,
soms ook woede, soms ook spijt.
Maar als straks jouw wijzers stil staan,
gaan de mijne weer rechtsom.
Blijf ik hopen dat je rust krijgt
en blijft wachten tot ik kom.
© Hans Cieremans