Tot gauw

Jij bent niet alleen veranderd,
ook de wereld om mij heen.
Vrienden bellen af en toe wel,
maar ik zie er haast geen een.
En als zij dan met me spreken,
gaat het altijd over jou
En dan wensen ze me sterkte
en dan zeggen ze: ‘Tot gauw’.

Maar dat ‘gauw’ dat duurt steeds langer
en de eenzaamheid slaat toe.
En ik ga steeds vroeg naar bed toe,
want dit leven maakt me moe.
Maar ik kan de slaap niet vatten,
ik denk aldoor maar aan jou.
Dat jij net als ik alleen bent
en dan zeg ik zacht: ’Tot gauw’.

‘k Ga je elke dag bezoeken,
meestal met een stukje fruit,
dat je bijna niet meer weg krijgt,
want je gaat hard achteruit.
Ach, het zal niet lang meer duren,
’t is geen leven zo voor jou.
Het is goed als het voorbij is
en dan hoop ik maar: ‘Tot gauw’.

‘k Schrijf een kaart aan al de vrienden,
als jij overleden bent.
En als wij dan afscheid nemen
is hun opkomst ongekend.
Al de vrienden die me zeggen:
‘Echt, we denken veel aan jou,
‘k wens je sterkte met verwerken.
Houd je taai hoor en tot gauw’.

© Hans Cieremans