De glimlach

Achter jouw glimlach
zijn tranen verborgen
van onzichtbaar verdriet.
De buitenkant vrolijk,
de binnenkant zorgen,
maar geen mens die het ziet.
Je ziet er goed uit,
je toont levenslustig,
maar je buitenkant liegt
Hij is niet echt,
je bent bang, onrustig.
Je glimlach is schijn die bedriegt.

Achter jouw glimlach
zijn tranen verborgen
van onzichtbare pijn.
Je leeft met de dag,
je denkt niet aan morgen,
want beter zal dat niet zijn.
Zo poog je steeds weer
je pijn te verdringen,
met glimlach, die pijn verzacht.
Totdat je tranen
niet zijn te bedwingen,
meestal in eenzame nacht.

Achter jouw glimlach
zijn tranen verborgen
van onzichtbaar verdriet.
De buitenkant vrolijk,
de binnenkant zorgen,
maar geen mens die het ziet.
Toch zal verdriet
het niet blijven winnen,
‘t wordt verweven in tijd.
Eens vindt de glimlach
de weg weer naar binnen,
daar vind je dan ook dankbaarheid.

© Hans Cieremans