Rood is de secondewijzer,
die zich wegtikt in de tijd
‘k Volg minutenlang zijn rondjes,
maar de tel die ben ik kwijt.
Het duurt lang, ik zit te waken,
naast me ligt er een Margriet,
die ik pak, ik kijk slechts plaatjes,
want het lezen lukt me niet.
En die wijzer blijft maar draaien
in een monotone sleur.
In een klok met zwarte cijfers,
boven een gesloten deur.
Dan haal ik een beker koffie
uit de koffieautomaat.
Zo verstrijken hier de uren
en intussen wordt het laat.
‘k Krijg wat eten van de zuster
en ze kijkt of jij goed ligt.
Ik voel tranen, maar ik huil niet,
‘k geef een zoen op je gezicht.
Dan kijk ik weer naar die wijzer
en die draait nog altijd voort.
En ik zeg: ‘Jij was de liefste’.
Ik hoop dat jij dit nog hoort.
Rood is de secondewijzer,
die zich wegtikt in de tijd.
Zal hij nog veel rondjes draaien,
voordat onze weg zich scheidt?
De Margriet heb ik bekeken,
dus die leg ik naast me neer.
Ik waak tot jouw klokje stilstaat.
Zie ik jou daarna ooit weer?
© Hans Cieremans