Met geheugen kwijt,
gaten in de tijd
en gevangen in dichte mist,
dwaalt hij doelloos rond
met zijn zielenwond,
die zijn ‘vroeger’ heeft uitgewist.
Zoveel lijkt vergeten,
zijn spiegelbeeld herkent hij niet.
’t Is zijn ‘niet meer weten’,
waardoor hij zichzelf niet ziet.
Komt er hoopvol ‘iets’
of een zinloos ‘niets’,
aan het eind, als hij heen zal gaan?
Als zijn lichtje dooft,
wat hij ook gelooft,
LIEFDE blijft altijd voortbestaan.
Spiegelbeeld verzonken
in zijn onbereikbaar ‘ik’.
Zal de hoop daar lonken,
na zijn laatste ogenblik?
Met geheugen kwijt,
gaten in de tijd
en gevangen in dichte mist.
Dwaalde hij steeds rond
tot hij rust hervond
toen zijn strijd eeuwig was beslist.
Nooit zal hij meer dwalen,
kent geen gat meer in de tijd,
Ziet het zonlicht stralen,
liefde in vergetelheid.
© Hans Cieremans