Hij is een mantelzorger,
die poetst, die kookt, die wast
en de boodschappen pas doet,
als op haar wordt opgepast.
Hij helpt haar aan te kleden
en hij legt haar op bed.
Ook brengt hij haar dagelijks
vaak naar het toilet.
Hij is de mantelzorger
van zijn geliefde vrouw.
Haar dementie treft beiden hard,
het gaat ontzettend gauw.
Soms als ze boosaardig wordt,
laat zij niets van hem heel.
Als ze hem beschuldigt steeds,
dan wordt het hem te veel.
Hij is een mantelzorger,
hij overschrijdt zijn grens.
Zijn energie raakt opgebrand,
ook hij is maar een mens.
Maar hij heeft geen keuze,
hij draagt die zware last.
Zijn zorgmantel zit te strak,
een jas die niet meer past.
Hij is een mantelzorger,
zoals er velen zijn.
En menig mantelzorger is
aan ’t eind van zijn latijn.
De mantel van de liefde,
die nooit verloren gaat,
is als liefde zorgen wordt
soms in versleten staat.
© Hans Cieremans