Ik lig naast jou, maar ik kan niet slapen,
dromen die spatten uiteen.
Samen in bed en ik tel de schapen,
samenzijn voelt zo alleen.
Ik kijk naar jou, je ligt daar te woelen,
onrustig, de nacht duurt nog lang.
Ik vraag me af hoe jij je zal voelen,
ben jij net als ik ook zo bang?
Ik draai me om, het is buiten donker,
maar toch doe ik nog geen oog dicht.
Ik zie de maan en wat sterrengeflonker,
nog even, dan wordt het weer licht.
Als ik haast slaap, word jij ineens wakker
en strompel je naar het toilet.
Dan ben je de weg kwijt, wat ben je een stakker,
ik breng je dan weer naar je bed.
De nacht is voorbij en ik ben gebroken,
het wordt weer een loodzware dag.
Onlangs heb ik met de huisarts gesproken,
dit is een uitputtingsslag.
Hij gaf me wat pillen om rustig te maken,
ze maken me traag en ook sloom.
Hoewel ik niet slaap, wanneer zal ik ontwaken
uit deze angstige droom?
© Hans Cieremans