Liefdevol kamt hij haar haren
en denkt hoe het vroeger was.
Wapperende bruine lokken,
achttien jaar en groen als gras.
Zachtjes streelt hij dan haar wangen,
net zoals hij vroeger deed.
In hun tijd van kalverliefde,
de tijd die zij niet meer weet.
Af en toe zag hij een glimlach,
zomaar even een moment.
Heeft zij met gesloten ogen,
iets van dat gevoel herkend?
Misschien was het maar verbeelding,
want wat weet ze nog van toen?
Zij geeft op die vraag geen antwoord,
hij geeft haar ontroerd een zoen.
Liefdevol kamt hij haar haren
en denkt hoe het vroeger was.
Wapperende bruine lokken,
nu van zilver, dun als vlas.
Zachtjes streelt hij dan haar wangen,
net zoals hij vroeger deed.
In hun tijd van kalverliefde,
die hij nimmermeer vergeet.
© Hans Cieremans