Helpende handen,
die slaan en die knijpen,
zijn handen vol onmacht,
die jou niet begrijpen.
Ze trekken aan haren,
als jij moet bedaren.
Ze vinden je lastig
of vinden je ‘gek’
Ze geven een krabbel,
of een blauwe plek.
Ze vinden dat jij
moet stoppen met zeuren.
Ze werken heel stiekem,
wat mag niet gebeuren.
Heel veel vindt plaats
onder een deken.
En jij kunt niet meer
of durft niet te spreken.
Helpende handen,
zijn zo een schande.
Helpende handen,
die staan dan verkeerd.
Dan doen ze niet,
wat ze hebben geleerd.
Zo’n hand doet gemeen,
sneaky verborgen.
Want als ze echt helpen,
dan gaan ze verzorgen.
Helpende handen,
die geven je eten.
Ze helpen bij dingen,
die jij bent vergeten.
Wassen en kleden,
aandacht besteden.
Ze bieden je warmte,
troost, veiligheid.
Helpende handen,
verlichten je strijd.
Helpende handen,
zullen je dragen.
Nooit is een mens
door die handen geslagen.
© Hans Cieremans