Ik loop door de straat,
waar ik eens werd geboren
en waar ik als kind heb gespeeld.
Veel van wat was,
dat is nu verloren,
de straat heeft een eigentijds beeld.
De stoep is versmald,
parkeerkommen kwamen,
auto’s staan nu voor de deur.
En op die deuren
zie ik vreemde namen,
het stelt me een beetje teleur.
Want hier in de straat,
staat het huis waar ik woonde,
dat huis is gemoderniseerd.
Het huis waar mijn ouders
me wasten, verschoonden
en waar ik mijn jeugd heb verkeerd.
Het huis met lavet,
een kachel op kolen,
een wastobbe, een gasfornuis.
Dat huis met een tuin,
een grindpad, violen,
zo was ooit mijn ouderlijk huis.
Ik loop door de straat,
waar ik eens werd geboren
en waar ik als kind heb gespeeld.
Veel van wat was,
dat is nu verloren,
de straat heeft een eigentijds beeld.
Daar leefden mijn ouders,
gelukkig, tevreden.
Daar zorgden zij altijd voor mij.
En soms verlang ik
naar dat mooie verleden.
Ach ja, die tijd is voorbij.
© Hans Cieremans