Het was een mooi vakantiehuis,
niet ver van de zee.
Geschikt gemaakt voor ouderen
en ook voor de pg.
We waren er naartoe gegaan,
met een man of zes.
Begeleiding één op één,
het werd een groot succes.
Ik was gekoppeld aan een vrouw,
ze bloeide reuze op.
Leuk, ze was op mij gesteld
en ze genoot volop.
We gingen overal naar toe,
het weer dat zat ook mee.
Terrasje pikken, babbelen
en kijken naar de zee.
Mevrouw noemde me steeds bij naam,
wat heel bijzonder was.
Ze stopte alle foldertjes
in haar zwarte tas.
‘Dat is als herinnering’,
zei mevrouw, ‘je weet,
dat ik juist de laatste tijd
heel gauw zoveel vergeet’.
De tijd ging snel, de week vloog om,
we moesten weer naar huis.
En doodvermoeid, maar ook voldaan,
kwam iedereen goed thuis.
Mevrouw ging naar de huiskamer,
weer naar haar eigen stoel.
Ze zat nog na te glunderen,
dat gaf een goed gevoel.
Ik ruimde haar bagage op
en toen was alles klaar.
Ik ging nog even naar mevrouw
en nam afscheid van haar.
‘Dank u voor de fijne week,
het was voor ons een feest’.
Maar mevrouw zei stomverbaasd:
‘Ik ben niet weg geweest’.
Ik zei: ‘Jawel. we zijn net terug,
we waren aan de zee’.
Maar mevrouw zei resoluut:
‘Ik was met jou niet mee.
Ik ga nooit op vakantie,
ik weet niet wie je bent.
En als ik op vakantie ga,
dan vast niet met een vent’.
© Hans Cieremans