Het luisterend oor,
dat mensen veel troost geeft
is vaak ver te vinden,
omdat het geen tijd heeft.
Dat oor, dat is zonde,
werkt tijdgebonden.
Dus vraag je verdrietig
om ’t luisterend oor.
Dan is daar helaas vaak
geen tijd zomaar voor.
Het luisterend oor
is heus wel aanwezig,
maar is veel te druk,
geen tijd, het is bezig.
Het luisterend oor
moet vliegen en rennen.
Je kunt het in nood vaak
nergens bekennen.
Je weet van tevoren:
‘Je mag het niet storen’.
Het oor heeft geen tijd,
het is drukbezet.
Het vliegt door de gangen
van bed naar het bed.
Ja, dat is triest,
het lachen vergaat je.
Het luisterend oor,
geen tijd voor een praatje.
Het luisterend oor
moet poetsen en wassen,
bedden verschonen,
jou laten plassen.
Geen tijd verspillen,
delen van pillen.
Het luisterend oor,
geen tijd voor jouw traan.
‘Heeft u gebeld?
Ik kom er straks aan.’
Als ’t luisterend oor
dan eind’ lijk in staat is.
Is ‘t niet meer nodig
omdat het te laat is.
© Hans Cieremans