Ik kan haast niet meer,
ik zorg en ik pieker.
Jij gaat achteruit
en wordt alsmaar zieker.
Nachten en dagen,
blijf jij aandacht vragen.
Ik loop op mijn toppen,
het maakt me doodmoe.
‘k Verlang zo naar rust,
ik ben er aan toe.
Maar ‘k wil je niet kwijt,
‘t is alles zo dubbel.
En jij zit daar maar
in jouw eigen bubbel.
Jij wordt opgenomen,
‘t is niet te vermijden.
Intens verdrietig,
dat geldt voor ons beiden.
‘k Was vaak ongeduldig
en voel me soms schuldig.
Ik houd het niet vol,
schiet ik nou tekort?
Want dat voelt soms zo,
wanneer jij boos wordt.
Maar liefje luister,
dit is geen leven.
‘t Is beter jouw zorg
uit handen te geven.
‘Je hebt gelijk’,
dat zeggen de mensen.
Maar ik zou het zelf
graag heel anders wensen.
De oude dag slijten
zonder verwijten.
Lief en leed delen
tot aan het eind.
Maar al dat delen,
is weg, het verdwijnt.
Ik heb echt geen keus,
ik kan het niet aan.
‘Kom pak je jas schat,
we moeten nu gaan’.
© Hans Cieremans