Loop met me mee,
als ik ga dwalen.
En als ik bang ben,
kom me dan halen.
Laat me niet los,
in dit donkere bos.
Er zijn zoveel paden,
het bos is zo dicht.
Kom pak mijn hand,
zoek mee naar het licht.
Blijf dicht bij mij,
wil mij begeleiden,
de weg die ik ga
naar de andere zijde.
Loop met me mee
tussen de bomen.
Tot aan de bosrand,
waar wij zullen komen.
Ik moet daar heen,
maar niet alleen.
‘k Wil met jou samen,
tot vlak aan de brug.
Die moet ik over,
ik kan niet meer terug.
Laat mij daar los,
jij kunt hier draaien.
Tot ik uit het zicht ben,
zal ik naar je zwaaien.
Ooit zie ik jou
in mijn gedachten.
Aan ‘t eind van de brug,
waar ik dan zal wachten.
Ik kom je daar halen,
je zult niet verdwalen.
Is jouw bos donker,
ik weet hoe dat is.
‘k Loop met je mee,
dan gaat het niet mis.
Over de brug,
waar zo velen kwamen,
vind je de rust,
daar zijn we weer samen.
© Hans Cieremans