‘Wilt u televisiekijken?
Geer en Goor zijn op tv.
Dat gaat over oude mensen,
ze zijn leuk hoor alle twee’.
Zuster zet dan de tv aan
en mevrouw kijkt Geer en Goor.
Dan roept zij: ‘Dit is afschuwelijk,
mens ik weet niet wat ik hoor’.
‘Lieve schat, zeg moet je plassen?
Zet je beentjes naast je bed.
Straks gaat zustertje je wassen,
ga maar gauw naar het toilet.
Lieverd, kijk daar is de poepdoos,
hahaha, de lieve scheet.
Moet je haar daar horen knallen.
Echt, ik heb het niet zo breed.
U bent klaar, maar o, wat zie ik,
uw pyjama vol met poep.
Gaat u daar maar even zitten,
zodat ik de zuster roep.
Dat is lachen, gieren brullen,
zuster die verschoont u hoor,
haha schat, ik heb geen spullen,
ik heb daar de kracht niet voor’.
‘Zuster zet u de tv uit,
want ik vind het echt niet leuk’.
‘O, mevrouw, nou dat is jammer,
want ik lach me steeds een deuk.
‘t Is reclame voor de oudjes,
maar ik zie u bent het zat.
Als u wilt gaat de tv uit,
‘k Zal het doen hoor, lieve schat’.
© Hans Cieremans