Pappa wil niet met me spelen,
mamma zegt: ‘Pappa is ziek’.
Soms wil hij mijn wangen strelen
en soms is hij in paniek.
Dan loopt hij alsmaar de gang door
slaat zichzelf dan op zijn koon.
Ja, daar ben ik best wel bang voor,
maar hij is ook vaak gewoon.
Pappa kan hier niet meer blijven,
mamma zegt: ‘Het gaat niet zo’.
Daar ga ik dan over schrijven,
in een schrift op mijn bureau.
Dan huil ik ook wel een beetje,
omdat ik mijn pappa mis.
Maar mijn mamma zegt dan:
‘Weet je, dat het beter voor hem is’.
”t Is het beste voor je pappa’,
dat zegt bijna iedereen.
Dat is iets wat ik wel snap, ja.
Maar toch vind ik het gemeen.
Eerst ging pappa met me fietsen
en ik werd door hem verwend.
Nou zit hij alleen te ‘nietsen’
Pappa, die is jong dement.
Pappa wil niet met me spelen,
mamma zegt: ‘Pappa is ziek’.
Soms wil hij mijn wangen strelen
en soms is hij in paniek.
Maar ‘k zal pappa nooit vergeten,
ook al raak ik hem meer kwijt.
Want mijn pappa, zeker weten,
blijft mijn pappa voor altijd.
© Hans Cieremans