Het pindavrouwtje

Er was een aardig dametje,
lichtelijk verward,
die bovenal vrijgevig was,
ze had een heel ruim hart.
Ze deelde altijd pinda’s uit
en waarom deed ze dit?
Omdat zij zelf niet kauwen kon
met haar kunstgebit.

Als zij pinda’s delen ging
dan had ze er genoeg
Toen was er eens een jongeman,
die aan het vrouwtje vroeg:
‘Waarom deelt u die pinda’s uit?’
En ’t vrouwtje zei ad rem
‘Ik zuig de chocola eerst af
van zakken M&M.

De pinda’s die ik overhoud
spuug ik in ’t zakje t’rug
Ik laat ze eerst wel drogen hoor,
maar dat gaat aardig vlug.
Voor mij zijn pinda’s veel te hard
dat doet zeer in mijn mond.
Ik wil ze toch niet weggooien
Daarom deel ik ze rond’.

Vind je dit onsmakelijk,
een smerig, vies verhaal.
Dan heb je helemaal gelijk,
maar ’t heeft wel een moraal:
‘Als een vrouwtje pinda’s geeft,
vraag je dan eerst af
of zij ze afgesabbeld heeft,
voordat ze jou die gaf’.

© Hans Cieremans