Regendruppels op de ramen,
in een wereld grijs en grauw
Druppels met vergeten namen,
in een zwart gat op de schouw.
Waar wat was lijkt te verdwijnen
waar het ‘toen’ in tijd verdwaalt.
Waar de flarden mist verschijnen
waar herinnering verschraalt.
Daar zijn regendruppels tranen
daar is angst in ‘t zwarte gat.
Daar zijn schemerige wanen
op een duister levenspad.
Daar is pijn niet meer te keren,
is het donker als de nacht.
Daar wordt angst van dementeren,
door de liefde nog verzacht.
Als de striemen regenvlagen
al het uitzicht doen ontgaan
Als het gat met duizend vragen
zonder antwoord blijft bestaan.
Waardoor tranen in je ogen
blijven stromen in de strijd.
Zal de liefde ze weer drogen,
want de liefde wint altijd.
© Hans Cieremans