Jij kleedt ze aan,
jij geeft soms injecties,
jij deelt medicijnen,
bestrijdt de infecties.
jij moet rapporteren
jij moet activeren.
Jij helpt bij ’t eten,
jij helpt naar ’t toilet.
Jij helpt bij ‘t opstaan
en brengt weer naar bed.
En als het moet, dan plaats je een sonde,
maar doe het snel, want het is tijdgebonden.
Hier vijf minuten, daar misschien acht,
persoonlijke aandacht: ‘Geen tijd’.
Daar gaat een bel, de volgende wacht,
dat is nu ons oud ’renbeleid.
Jij rent je rot,
maar wacht eens heel even.
Wat weet jij nu
van de zieken hun leven?
Wat zijn de wensen
van deze mensen?
Wat was hun hobby,
wat was hun werk?
Hebben ze kind ’ren,
gaan zij naar een kerk?
Wat is de muziek waar ze van houden?
Wat is de plek, waar zij toekomst bouwden?
Hier vijf minuten, daar misschien acht,
persoonlijke aandacht: ‘Geen tijd’.
Daar gaat een bel, de volgende wacht,
dat is nu ons oud ’renbeleid.
De dagbesteding
plezier in hun leven,
raakt ondergeschikt
en is afgeschreven.
Zieken, dementen,
het draait om de centen
De sfeer is verdwenen,
weg activiteit
Werken met schema’s,
heet nu ‘kwaliteit’.
Verpleeghuis van nu, waar ik geen geluk zie
Verpleeghuis van nu, een sterfhuisconstructie.
Hier vijf minuten, daar misschien acht,
persoonlijke aandacht: ‘Geen tijd’.
Daar gaat een bel, de volgende wacht,
dat is nu ons oud ’renbeleid.
© Hans Cieremans