De werkdruk in ’t verpleegtehuis
wordt drastisch aangepakt.
De cliënten allemaal
krijgen een ‘plascontract’.
En de plasjes tussendoor
laat je maar rustig gaan.
Want preventief heeft iedereen
daarvoor een luier aan.
Drie keer daags naar het toilet,
eerst voor het ontbijt.
Om twee uur, da’s na de prak,
is weer plasronde tijd.
Daarna duurt het dan tot zes uur
soms haal je dat maar net.
Je krijgt een luier voor de nacht,
daarna kan je naar bed.
Geweldig dat een luier veel
urine absorbeert.
En luiers zijn vandaag de dag
ook goed geparfumeerd.
Dus oudjes blijven lekker droog,
geen geurtje wordt verspreid.
Plassen mag, natuurlijk wel.
Maar alles op zijn tijd.
Want veiligheid dat staat voorop,
dat zegt het protocol.
Dus rapporteer de hele dag
en plas de luiers vol.
Het personeel wil zorgzaam zijn,
dat treft geen enk ‘le blaam.
Het is het overheidsbeleid,
waar ik me diep voor schaam.
Want zij legt steeds meer regels op,
bezuinigt er op los,
geeft de schuld aan het tehuis,
de oudjes zijn de klos.
De regelgeving slaat ver door,
weg is gezelligheid.
‘Zuster, ik moet plassen nu’.
‘Mevrouw ik heb geen tijd’.
© Hans Cieremans