Zuster Thérèse was ziekenverzorgster
in het verpleeghuis vlakbij.
Thérèse was vrolijk, was lief en was zorgzaam,
ze maakte de ouwetjes blij.
Ze hield van haar werk,
ze was er al jaren,
toen kwam de inspectie er aan
Thérèse die had niet de juiste diploma’s,
ze was onbevoegd , onbekwaam.
Het verpleeghuis zat in de malaise,
want de zorg die was daar ondermaats.
Dat kostte de kop van Thérèse,
Yvonne die kwam in haar plaats.
Yvonne was twintig, was weinig empathisch,
maar had een diploma op zak.
Ze had niveau vier, voldeed aan de regels,
maar levenservaring ontbrak.
De oudjes, die waren niet blij met Yvonne,
ze misten Thérèse altijd.
De inspecteur zei: ’t Niveau dat moet hoger,
Yvonne heeft meer kwaliteit’.
Het verpleeghuis zat in de malaise,
want de zorg die was daar ondermaats.
Dat kostte de kop van Thérèse,
Yvonne die kwam in haar plaats.
Yvonne voldeed aan de wetten en regels
en hield zich aan elk protocol.
Ze schreef de verslagen op de computer.
‘Zorg op maat kent geen lol’.
Zo werd voldaan aan de wensen en eisen,
wat staat voor de zorgkwaliteit.
De oudjes werden verzorgd volgens regels,
de sfeer van Thérèse was kwijt.
Het verpleeghuis zat in de malaise,
want de zorg die was daar ondermaats.
Maar de oudjes die wilden Thérèse,
heel graag voor Yvon in de plaats.
© Hans Cieremans