Zieken, thuislozen, bedelaars, lijken,
de zon brandt zinderend heet.
Ondraaglijke stank in de sloppenwijken,
niet te verteren groot leed.
Bedelaars die om aalmoezen vragen,
mensen die sterven op straat.
Beelden als dit zijn kan geen mens toch verdragen,
toch weten wij dat het bestaat.
Calcutta een stad zoals boven beschreven,
waar moeder Theresa begon,
te strijden tegen ‘t onmenselijke leven,
vanuit haar roeping als non.
Zij voelde haar taak door God opgedragen,,
was tot haar dood non Actief.
Zij zorgde voor mensen, zonder te klagen,
zij had al de zwakkeren lief.
In haar witte sari, ging zij langs barakken,
vol met besmettingsgevaar.
Moeder Theresa liet nooit de moed zakken,
Zij voelde : ‘De Heer was met haar.’
Vol naastenliefde deed zij haar licht stralen,
bestreed zij ziekte en dood.
‘t Zat niet altijd mee, want daar in Bengalen
ontstond ook nog eens hongersnood.
Zij was barmhartig, onwrikbaar, bijzonder,
een kleine vrouw, maar zo groot.
Dienstbaar, hulpvaardig, geloof in het wonder,
redde veel mensen in nood.
Verdiende ook de Nobelprijs voor vrede,
was levende engel op aard.
Moeder Theresa, herdacht in gebeden,
de paus heeft haar heilig verklaard.
© Hans Cieremans