Cliniclown

Clownspak met ballen,
een tros met ballonnen.
Grappen en grollen
door ‘t clowntje verzonnen
Hij maakt capriolen,
houdt tranen verscholen.
Met lachend gezicht,
waar zijn hart wordt verscheurd.
Een kwinkslag van hem
dat ‘t kindje opbeurt.
Voor ‘t bleke gezichtje
in ‘t spierwitte bedje
is hij de clown,
zorgt voor een verzetje.

Dan gaat zijn pak uit,
zijn schmink gaat eraf,
zijn tranen laat hij de loop.
Maar toch is het mooi
wat hij dat kindje gaf;
Een klein beetje vreugde en hoop.

Zon op zijn wangen
op Pipo zijn schoenen.
Goochelt hij zomaar
een bos plastic bloemen.
Het kind lacht heel even
als ‘t hem wordt gegeven.
Ontroerend moment,
al is het maar kort.
Hij kijkt naar het kind
dat nooit beter wordt.
Maar hij gaat door
en maakt nog wat grappen
en zijn hart breekt
als ‘t kindje gaat klappen.

Dan gaat zijn pak uit,
zijn schmink gaat eraf,
zijn tranen laat hij de loop.
Maar toch is het mooi
wat hij dat kindje gaf;
Een klein beetje vreugde en hoop.

Clownspak met ballen,
het kindje gaat dromen.
Over een clown,
die ‘t kindje laat komen.
‘t Kindje is doodmoe
gaat naar de clown toe.
De clown is zo lief
en hij kleedt zich om.
Wenkt naar het kindje
en zegt tot hem; ‘Kom
geef mij je hand maar,
je hoeft niet te huilen.
Ik neem je pijn weg,
je mag bij me schuilen’.

De clown in zijn clownspak
staat bij het graf.
Zijn tranen laat hij de loop.
Daar voelt hij goed
wat hij dat kindje gaf;
‘Een droom met veel liefde en hoop.’

© Hans Cieremans